Quasi wettelijke verdeling
Daar waar de wettelijke verdeling een nog enigszins begrijpelijke constructie voor een Spaanse notaris is, is de quasi wettelijke verdeling een afwikkeling die veel vragen zal oproepen. De langstlevende echtgenoot ontvangt 1% van de nalatenschap en de kinderen 99%. Vervolgens wordt er een afwikkelingsbewindvoerder bij betrokken die mag beslissen hoeveel de langstlevende echtgenoot en de kinderen werkelijk krijgen. De afwikkelingsbewindvoerder kan zowel de echtgenoot als één van de kinderen zijn. De vraag die bij de Spaanse notaris zal rijzen is of er geen conflict tussen de afwikkelings-bewindvoerder en de erfgenamen bestaat en hoe de uiteindelijke verdeling van de goederen tot stand komt. Een goed coordinatie tussen de Nederlandse en Spaanse notaris is vereist om dit goed af te kunnen wikkelen. De verklaring van erfrecht zal een duidelijke legal opinion over de werking van deze constructie voor de Spaanse notaris èn voor de Spaanse fiscus moeten omvatten.
De constructie van de Quasi wettelijke verdeling is fiscaal gezien ingewikkeld. De langstlevende echtgenoot is erfgenaam voor 1%, maar kan alle goederen krijgen. Ook kan er al een gedeelte aan de kinderen uitbetaald worden. Een ideale constructie voor de Spaanse belastingdienst om op te schieten. De Spaanse fiscus kan zich afvragen of de langstlevende aan de kinderen schenkt of de kinderen aan de langstlevende. Een goede coördinatie zorgt er voor dat de fiscus geen schenking kan concluderen en er fiscaal gezien zo gunstig mogelijk afgewikkeld kan worden.